Veelgestelde vragen
Indien auteursrechtelijk beschermde werken (bijvoorbeeld boeken, muziek, dvd's of kunstwerken) tijdelijk ter beschikking worden gesteld, hebben de rechthebbenden zoals schrijvers, vertalers, illustratoren, fotografen en uitgevers, recht op een billijke vergoeding. Dit recht op vergoeding heet leenrecht.
Het ter beschikking stellen, oftewel uitlenen gebeurt door publiek toegankelijke instellingen, die zonder (direct) economisch voordeel opereren. De wettelijke grondslag van het leenrecht vindt men in artikelen 12, 15c-g van de Auteurswet.
Door het opnemen van het leenrecht in de Auteurswet (in 1996) heeft de wetgever het leenrecht verankerd in een privaatrechtelijke omgeving. Hierdoor zijn auteurs en andere rechthebbenden verzekerd van een billijke vergoeding voor het uitlenen van hun werk en hebben bibliotheken duidelijkheid over hun recht om auteursrechtelijk beschermde werken uit te lenen.
De leenrechtvergoeding wordt afgedragen over alle auteursrechtelijk beschermde werken die kunnen worden uitgeleend. Het betreft werken van letterkunde, wetenschap en kunst, zoals:
• Boeken (zowel volwassenen als jeugd boeken)
• Bladmuziek
• Tijdschriften
• Documentatiemappen
• Complete Muziekwerken
• Luisterboeken (audio-cd’s)
• Toneelwerken
• Muzikale werken / Audio
• Filmwerken
• Overige Video, DVD en Blu-Ray
• Cd-roms / DVD-roms / games
• Kunstwerken
• Fotografische werken
Eenieder die volgens de Auteurswet 1912 of volgens de Wet op de naburige rechten als auteursrechthebbende wordt erkend, heeft in beginsel recht op een vergoeding indien het werk waarop dat auteursrecht rust, wordt uitgeleend.
Het betreft de volgende hoedanigheden van de makers van auteursrechtelijke beschermde werken:
- Schrijvers, Freelance journalisten
- Vertalers
- Ondertitelaars
- Illustratoren
- Fotografen
- Bewerkers
- Samenstellers
- Scenarioschrijvers
- Uitgevers
- Uitvoerende kunstenaars (musici, toneelspelers, acteurs etc.)
- Uitvoerende producenten
- Regisseurs
En het betreft de volgende rechtsopvolgers van deze makers:
- Erfgenamen (tot 70 jaar na het overlijden van de maker)
Eenieder die auteursrechtelijk beschermde werken uitleent via publiek toegankelijke instellingen is een billijke vergoeding verschuldigd.
In de praktijk gaat het om:
• Openbare bibliotheken
• Christelijke- en vrijwilligersbibliotheken
• Gespecialiseerde bibliotheken
• Speel-o-theken
• Kunstuitleeninstellingen
Er wordt alleen voor uitgeleende werken betaald; voor het raadplegen of naslaan in de bibliotheek zelf hoeft geen vergoeding te worden betaald.
Een aantal bibliotheken is vrijgesteld van het betalen van een leenrechtvergoeding:
• bibliotheken voor blinden en slechtzienden
• bibliotheken bij instellingen van onderwijs en instellingen van onderzoek
• de Koninklijke Bibliotheek.
(zie Artikel 15c e.v. Auteurswet)
Voor iedere productcategorie wordt een tarief vastgesteld.
De hoogte van deze tarieven wordt vastgesteld door het bestuur van de Stichting Onderhandelingen Leenvergoedingen (StOL). Stichting Leenrecht vertegenwoordigt in dit bestuur de belangen van auteursrechthebbenden; de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) vertegenwoordigt die van de betalingsplichtigen. De vergadering wordt door een onafhankelijke voorzitter geleid.
Ieder jaar benadert Stichting Leenrecht de bibliotheken en andere uitlenende instanties om opgave te doen van hun uitleencijfers. Het betreft de aantallen van het voorgaande kalenderjaar. Ter indicatie: voor de incasso van 2025 worden de uitleencijfers van 1-1-2024 t/m 31-12-2024 opgegeven.
De aantallen dienen vóór 1 april in het bezit van Stichting Leenrecht te zijn. De opgave kan worden gedaan via de webportal van Stichting Leenrecht. Het verzoek om opgave en de bijbehorende inloggegevens worden in februari verstuurd. De inloggegevens kunnen altijd opnieuw worden opgevraagd bij Stichting Leenrecht.
Stichting Leenrecht maakt een factuur op aan de hand van het opgegeven aantal uitleningen van het voorgaande jaar, vermenigvuldigd met het in het betreffende jaar geldende tarief. Dus het aantal uitleningen van 2024 x het tarief van 2025 = de leenrechtvergoeding 2025.
De factuur met specificatie wordt verstuurd in april met een betalingstermijn van 14 dagen. Wordt er niet op tijd betaald, dan wordt tweemaal een herinnering verstuurd. Blijft wederom betaling uit, dan volgt een aanmaning waarbij wordt gesommeerd binnen 7 dagen alsnog de verschuldigde leenrechtvergoeding te betalen. Mocht men dan nog steeds in gebreke blijven, dan zal Stichting Leenrecht een incassoprocedure starten.
Indien uw werk wordt uitgeleend, dan kunt u als rechthebbende aanspraak maken op een vergoeding. De vergoedingen worden jaarlijks onder de rechthebbenden verdeeld via de aangesloten beheerorganisaties van auteursrechthebbenden. U kunt zich bij de betreffende organisaties gratis aanmelden voor de aan u toekomende vergoedingen. Stichting Leenrecht keert zelf niet rechtstreeks gelden uit. Zie voor verdere informatie Voor rechthebbenden.
Het verschil zit in het commerciële karakter.
Verhuur:
Van verhuur is sprake als auteursrechtelijk beschermde werken voor een beperkte tijd ter beschikking worden gesteld waarbij (evt. indirect) economisch of commercieel voordeel wordt behaald. In dat geval is voorafgaande toestemming van de rechthebbenden vereist.
Uitlenen:
Bij uitlenen gaat het om publiek toegankelijke instellingen die geen direct economisch voordeel behalen. Bij uitlenen is geen toestemming van de rechthebbenden vereist, mits er een billijke vergoeding aan de rechthebbenden wordt betaald.